Het Utrechtsch Nieuwsblad van dinsdag 9 juni 1931 besteedde als volgt aandacht aan de opening. De weergave is letterlijk overgenomen.

 Ansichtkaart direct na opening

De Bilt (F. Het dr. Carel van Boetzelaerpark. Gisteravond vond onder enorm groots belangstelling van de zijde der ingezetenen de officieele openstelling plaats van het dr. Carel Van Boetzelaerpark.

Een 15-tal vereenigingen hadden zich opgesteld op den Groen van Prinstererweg en marcheerden met muziek van het Biltsch Fanfarecorps naar den ingang van het park aan den Utrechtsche straatweg.

Het College van B. en W., benevens vele raadsleden, ging de familie van Boetzelaer van haar woning halen. De heer Copijn, aanlegger van het park, reikte den schenker een schaar over, waarmede het lint werd doorgeknipt. De genoodigden marcheerden toen naar de tent voor genoodigden, terwijl de Bitsche Vereenigingen volgden en den heer Van Boetzelaer een eere-saluut brachten.
De Burgemeester, H.P. van der Borch tot Verwolde van Vorden, hield daarna een rede, waarin deze o.m. het navolgende zeide: Toen wij in Februari 1930 in een openbare raadsvergadering werden verrast door de mededeeling, dat U had besloten, de landerijen tegenover “Sandwijck” als een wandelpark aan de gemeente aan te bieden, was er een oogenblik van stilte in de vergadering, omdat ieder besefte, dat hier van een vorselijke gift sprake was. Hiermede zou de grootste wensch van de Biltsche bevolking in vervullig gaan. Op velerlei wijzen was dit aan burgemeester en wethouders door particulieren en door vereenigingen te kennen gegeven, doch het College was teruggeschrikt voor de geweldige kosten, die zulk een aanleg voor de gemeente zouden medebrengen. Op heel onverwachte wijze hebt U dit vraagstuk opgelost. Op velerlei wijze is het geslacht Van Boetzelaer verbonden geweest met de gemeente De Bilt. Dit park mogen wij beschouwen als een schenking, waarin de beste tradities van uw geslacht tot uiting komen. U hebt hier als het ware een bewijs gegeven van uw belangstelling en genegenheid voor De Bilt. Ik geloof en vertrouw dat deze genegenheid U in ruime mate zal teruggeschonken worden door de inwoners dezer gemeente. Velen hebben in den afgeloopen winter door dit grootsche werk een bestaan gevonden: reeds daarom alleen verdiende dit werk ons aller dankbaarheid. Hier past een woord van dank aan den bekwamen architect Copijn, die door zijn goeden smaak dit schoone geheel wist te verkrijgen. En hoeveel schoons is er toegevoegd, hetgeen eerst werkelijk tot uiting zal komen, als wij enkele jaren verder zijn.


Er rest mij nu nog een woord tot de bezoekers en wandelaars van dit park. Waar thans uw wenschen in vervulling zijn gekomen, spreek ik de hoop uit, dat ieder zal toonen dezen schoonen aanleg te waardeeren en daarom plantsoenen en boschage zooveel mogelijk te beschermen. Tenslotte bood de burgemeester den heer Van Boetzelaer een gouden penning aan namens het gemeentebestuur als uiting van dankbaarheid voor dit mooie cadeau en doopte het park met den naam: Carel van Boetzelaerpark.


Hierna voerde de heer H. van Krugten het woord, voorzitter van V.V.V. en namens het comité tot aanbieding van een huldeblijk: deze bracht den dank over namens V.V.V. en de burgerij voor de schenking van het park. “De Biltsche burgerij” --- aldus spr. ---, heeft gemeend, dat het goed zou zijn indien bij dit schitterend uitgevoerde park ook een passende ingang, waarvan het ontwerp door den gemeente-architect, de heer Gerars, is vervaardigd aan. Op mij rust verder ook nog de plicht om U eenige schenkingen als blijk van dankbaarheid van particulieren en organisaties aan te bieden. Zoo zal door V.V.V. “De Bilt”in het park een 3-tal banken worden geplaatst: de heer E. van Waveren heeft een zonnewijzer aangeboden, welke reeds in het park is geplaatst; de Pluimveevereeniging “B.B.O.” biedt eenige kostbare eenden aan om den vijver op te vroolijken; de heer R.v.d. Kuil stelt voor datzelfde doel een paar zwanen beschikbaar; de firma Voorneveld uit Zeist heeft reeds een parkbank geplaatst, terwijl ingezetenen er voor zorgden, dat de brug over den vijver hedenavond kon worden verlicht. Ik hoop dat u deze geschenken wil aanvaarden en tenslotte verzocht de spreker een driewerf “Hoera” uit te brengen op den schenker, waaraan geestdriftig werd voldaan.


De heer H. Copijn, ontwerper en aanlegger van het park bracht dr. C. W. Th. van Boetzelaer dank voor de opdracht. Ook voor de plezierige en aangename samenwerking tijdens de werkzaamheden steeds ondervonden. Spr. bracht den burgemeester dank voor de vereerende woorden tot hem gericht en dankte eveneens ook alle arbeiders, die meegeholpen hadden dit park tot stand te brengen. Zelden had spreker met zoovele arbeiders zoo plezierig gewerkt als hier het geval was geweest. Bijna nooit werd onder de Biltsche arbeiders een wanklank gehoord. Spr. beval tenslotte het park, teneinde dit tot volle ontplooing te doen komen, in de goede zorgen van het publiek aan.


Dr. C. W. Th. van Boetzelaer van Dubbeldam merkte daarna op, dat bij de bewoners van “Sandwijck” de avond van 4 Maart 1930 nog goed in het geheugen ligt, den vooravond van zijn vertrek naar Indië; toen bracht de burgerij hem bijna een benauwende hulde. In Januari van dit jaar zijn we daarop in stroomenden regen tezamen gekomen om den eersten boom te planten. Een woord van dank past den ontwerper, die met bekwamen spoed dit plan heeft ontworpen en uitgevoerd. Wij kunnen allen zien hoe een meesterhand aan het werk is geweest. Straks wanneer alles tot ontwikkeling is [?????]. Ik wil hopen, dat God ons allen zal sparen om dit alles nog eens in al zijn schoonheid te kunnen zien. Met den voorzitter van V.V.V. hoop ik ook, dat de Biltsche Jeugd mede dit park in eere zal houden, en dat jong en oud dit park voortaan zullen beschouwen als hun park. Nu het park eigendom van de gemeente is verplichten wij ons ook, dit park mooi te houden. ‘t Is verder mij een behoefte hun, die wat aan dit park hebben geschonken, namens mijn echtgenoote en mij zelf hartelijk dank te zeggen. De penning, mij door het gemeentebestuur aangeboden, stel ik op hoogen prijs en deze zal mij een voortdurend aandenken aan deze gebeurtenis blijven. Thans heb ik behoefte dit schoone park aan de zorgen van de gemeente over te dragen en eindig met den wensch, dat dit nog in lengte van dagen tot genot van de Biltsche inwoners zal mogen strekken.


Na afloop van dit plechtige officieele gedeelte werd champagne geschonken, keurig verzorgd door den eigenaar van hotel “Poll”.


De Biltsche Harmonie speelde het “Wilhelmus” en verzorgde den avond verder door muziek. De brug was electrisch verlicht. De lampions en vlaggen in het park aangebracht, daarbij niet te vergeten de vetpotjes, gaven het park een feestelijk aanzien.

 

Bron: Utrechtsch Nieuwsblad No. 32, Dinsdag 9 Juni 1931. –derde blad.

Zie verder voor de geschiedenis van het Van Boetzelaerpark: Geschiedenis in het kort.